anticonceptie
Naast zorg rondom zwangerschap, bieden wij ook anticonceptiezorg. We schijven anticonceptie voor, plaatsen spiralen en implanon staafjes. Deze zorg bieden we aan alle vrouwen aan die een anticonceptiewens hebben
Vanaf twee weken na de bevalling kan je weer zwanger raken, ook wanneer je borstvoeding geeft. Denk aan anticonceptie voor je weer gaat vrijen! Het is moeilijk te bepalen wanneer je na je bevalling weer vruchtbaar bent. Dit is voor iedere vrouw anders. Je kunt pas constateren dat je vruchtbaar bent geweest als je gemenstrueerd hebt. Let op: Je eisprong is 2 weken voor de menstruatie!
Tijdens de kraamweek geven we uitleg over vruchtbaarheid en soorten anticonceptie. Samen kijken we welke anticonceptie passend zou zijn. Indien gewenst plannen we na een aantal weken nog een gesprek. Wanneer bekend is voor welke anticonceptie je kiest, kunnen wij een recept hiervoor uitschrijven. Spiralen plaatsen we vanaf 10 weken na de bevalling (bij voorkeur na 12 weken). Implanon kan direct na de bevalling geplaatst worden. Voor het verwijderen van een spiraal of implanon kan je vanzelfsprekend ook bij ons terecht.
Als je borstvoeding geeft kan het lang duren voor je menstruatie terugkeert (tot 6 maanden). Toch wil dit niet zeggen dat je niet vruchtbaar bent.
Anticonceptie middelen die goed samen gaan met borstvoeding zijn alle vormen van anticonceptie die geen oestrogeen bevatten. Oestrogeen zorgt er namelijk voor dat de aanmaak van de voeding terugloopt.
Er wordt wel gezegd dat je geen anticonceptie hoeft te gebruiken tijdens de borstvoedingsperiode. Dit is niet waar. Als je onderstaande regels aanhoud is de kans op een nieuwe zwangerschap erg klein, maar niet afwezig.
- De moeder geeft volledige borstvoeding, ook ’s nachts en kolft niet;
- De vrouw geeft borstvoeding met intervallen van 3 uur of minder;
- De baby krijgt geen bijvoeding;
- Bij vaginaal bloedverlies na 8 weken na de bevalling wordt aanvullende anticonceptie gebruikt;
- Na 6 maanden moet er aanvullende anticonceptie worden gebruikt.
Bij Flesvoeding
Als je flesvoeding geeft kan binnen 6 weken de menstruatie weer opgang zijn. Advies: Je mag twee weken na de bevalling starten met hormonale anticonceptie. Wees er van bewust dat de eerste strip van de pil niet veilig is wanneer je niet begint op de eerste dag van de menstruatie. Gebruik gedurende één strip aanvullende anticonceptie (condoom).
verschillende soorten anticonceptie
Hier volgt een korte beschrijving van verschillende anticonceptie middelen. Voor de precieze werking en correct gebruik van de middelen, lees de bijsluiter of win informatie in bij de verloskundige of huisarts.
de minipil
• Bevat progesteron
• Kan gebruikt worden gedurende borstvoedingsperiode
• Heeft geen stopweek, slikt dus iedere dag een pil
• De pil remt de eisprong
Nadelen:
• Helaas word je menstruatie minder voorspelbaar
• Soms kan je doorbraakbloedingen hebben
• Je moet er iedere dag aan denken
Prikpil
• Bevat alleen progesteron
• Wordt iedere 3 maanden in een spier geïnjecteerd
• Na 6 maanden blijft bij de meeste vrouwen de menstruatie uit
Nadeel:
• Als je stopt met de prikpil kan het 6 tot 12 maanden duren voordat je weer vruchtbaar bent en menstrueert.
Nuvaring
• Bevat progesteron en in mindere mate oestrogeen
• De soepele ring wordt vaginaal ingebracht zoals een tampon
• Als de ring goed zit voel je deze niet zitten, ook niet tijdens het vrijen
• Na drie weken de ring gedragen te hebben volgt een stop week waarin de menstruatie plaats zal vinden.
condooms
• Er bestaan vrouwen en mannencondooms
• Het is het enige anticonceptiemiddel dat ook bescherming biedt tegen geslachtsziektes en bijvoorbeeld HIV
Nadeel: Gebruik het condoom op tijd en secuur anders is het onbetrouwbaar.
de combinatiepil
• Een combinatie van twee hormonen, oestrogeen en progesteron
• Wordt afgeraden tijdens het geven van borstvoeding (de voeding loopt terug, door de oestrogeen)
• Iedere dag neem je een pil, als je deze consequent neemt is de combinatiepil erg betrouwbaar
• Na drie weken slikken komt er een stopweek
Nadelen:
• Je moet er iedere dag aan denken
• Bij diaree of gebruik van antibiotica kan de pil minder betrouwbaar zijn
• De pil kan verschillende bijwerkingen hebben (dit verschilt per pilsoort)
anticonceptiepleister
• Bevat oestrogeen en progesteron
• Je plakt de pleister op je huid en vervangt deze iedere week
• Na drie weken is er een stopweek (dus geen pleister plakken)
implanon
• Het anticonceptiestaafje wordt in de bovenarm geplaatst en geeft continu een lage dosis hormonen aan je lichaam af. Het staafje is 4cm lang en 2mm dik en is onzichtbaar onder je huid.
• Wordt geplaatst onder lokale verdoving.
• Bevat alleen progesteron
• Kan gebruikt worden gedurende borstvoedingsperiode
• Is 3 jaar werkzaam
• De menstruatie kan veranderen of wegblijven. Bij 1 op de 5 vrouwen verdwijnt de menstruatie en bij 1 op de 5 vrouwen treden herhaalde en/of langdurige bloedingen op.
Een spiraal is veilig voor de langere termijn, van minimaal 5 jaar. Een voordeel is dat je 5 jaar lang niet aan anticonceptie hoeft te denken. Een arts brengt de spiraal in in de baarmoeder. Eventueel onder lichte verdoving. Als je eens bevallen bent gaat het inbrengen makkelijker. Na verwijdering ben je direct weer vruchtbaar.
Koperspiraal
• Bevat geen hormonen.
• Het koper heeft invloed op de zaadcel waardoor deze de eicel niet kan bevruchten;
• Zorgt voor verandering van het baarmoeder slijmvlies waardoor een bevruchte eicel niet kan innestelen.
• De nieuwste soort koperspiraal mag maximaal 10 jaar in de baarmoeder blijven
• Je krijgt gewoon elke maand je menstruatie
Mirena
• Bevat progesteron
• Het slijm bij de baarmoedermond wordt ontoegankelijker voor zaadcellen
• Zorgt voor een verminderde opbouw van het baarmoeder slijmvlies waardoor een bevruchte eicel niet kan innestelen.
• De mirena mag maximaal 5 jaar in de baarmoeder blijven.
• Je krijgt vaak minder bloedverlies tijdens je menstruatie, en soms zelfs helemaal geen bloedverlies meer omdat je minder baarmoeder slijmvlies opbouwt.